Rutgerus de Erp
? - 1516
Bichelaer, van den
114. Erp, Rutgerus de - alias de Lieshout
|
Presb. Luik, I.L. 1422 (1422-1438) Den Bosch Heer Rutger van Erp was waarschijnlijk lid van een familie van wapendragers die in de omgeving van Helmond woonde. Hij beoorkondde op 6 mei 1422 in Den Bosch de stichting van een altaar in de kapel op de Donk in de parochie van Beek bij Aarle door de wapendrager Goeswijn Modell vander Donck. Deze was omstreeks 1417 laagschout van Den Bosch en in 1422/23 schepen van die stad. Heer Rutger van Erp is misschien dezelfde als de Rtgherus de Erpe clericus van het bisdom Luik, die op 12 april 1375 in het Bossche Predikherenklooster als getuige aanwezig was bij de transsumering van een testament door de notaris en secretaris Adam van Mierd (nr.264). In 1436 en 1438 wordt heer Rutger van Erp vermeld als absent rector van het altaar van Maria, St.Catharina en St.Agnes in Lieshout. Hij overleed waarschijnlijk op 25 maart 1438, waarna hij als rector van het altaar werd opgevolgd door een Lucas, filius Rutgheri de Lyshout, clericus. Behalve deze Lucas zijn nog enkele andere personen bekend die heer Rutgers familie zullen hebben behoord. Zo droeg een Henricus de Erp alias de Lieshout, armiger op 30 oktober 1455 samen met zijn zwager Marten Monix, raadsheer van Den Bosch, een erfcijns over die door hun schoonmoeder jonkvrouw Margriet, echtgenote van Hubrecht van Ghemart, was nagelaten aan het Groot Begijnhof. Verder komt een Rutgherus de Erpe alias de Lyeshout, armiger op 27 augustus 1460 voor als patroon van de St.Severinuskapel op de grens van Blaarthem en Zeelst bij Eindhoven. Hij bezat bij de kapel een hoeve geheten "ten Hasenbosch" die in 1462 door de hertog in leen werd gegeven aan zijn zoon Willem. Rutger van Erp van Lieshout bezat ook het "Hof op Boerdonk" in de parochie van Beek bij Aarle. Dit goed was hem in 1449 door de hertog in leen gegeven. Een andere Rutger van Erp was in 1485/86 schepen van Den Bosch. Hij is waarschijnlijk dezelfde als de Rutgherus de Erp, filius Henrici de Lieshout, senator Busciducensis die in 1516/18 overleed als gezworen broeder van de O.L.V.-broederschap. 1) |
| Noten | |
| 1. | Bijlage II 5.19, 114.1, 264.43, vgl. 318.29, 401.1; Jacobs, Justitie, 48, 240, 263, 267, vgl. 290-291; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 152, 200; Frenken, "Aanvullingen", 65; OLVB 49, fo.34r; APB, St.Jan II, Obituarium, p.97; Vgl.: Hens e.a., Mirakelen, 248 nr.68, 318 nr.141. |
A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van Wapenboek I
Namen ende Wapenen der Heeren Beêedigde Broeders
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'Hertogenbosch van Erp van Lieshout Raed deser Stadt sterft 1516 | 76r |
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)Literatuur en bronnenpublicaties
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 281
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 166
n: vermelding in een voetnoot
Bossche Encyclopedie |